Afwisselend noemt Maurice Ackermans het 'modern heerenhuis' Oude Dieze 8, waar hij sinds 1993 samen met zijn levensgezel Henk Schmitz resideert, 'ons nederig stulpje' en 'het museum'. Omdat hij er uitbundig bij lacht, is onmiddellijk duidelijk dat 'stulpje' maar een grapje is. Daarentegen bevestigt de hele ambiance het begrip museum. Al is het rijke bezit aan antiek - zilver en (Chinees) porselein voorop - oogverblindend uitgestald in de ene vitrine na de andere, niet alleen om gezien maar ook en vooral om gekocht te worden. De naam die deze lading dekt: 'Den Gecroonden Boschboom'. Bosscher kan het niet. Het huis Oude Dieze 8 dateert van 1887 leert een blik omhoog, waar het oog onmiddellijk de gevelsteen ontwaart in een stijlvolle trapgevel, uitgedost met fraaie korfbogen, waarin zich kleurige tegeltjes in verschillende, speelse composities laten bewonderen. De achtergevel draagt het karakter van een robuuste Brabantse boerengevel. Zowel achter als voor streelt het schilderwerk de ogen, door de kleur van 'diep blauw' die Ackermans en Schmitz op de monumentenzorg hebben weten te bevechten. Maar omlijst door een okergeel, afgezet met wit, kader is het haast een schilderstuk. Het detoneert geenszins in de fraaie gevelrij van de vijf overduidelijk aan elkaar gelieerde eind negentiende-eeuwse stadswoningen, die de bekende Bossche architect Lambert Hezenmans - niet in de laatste plaats als restauratie-architect van de Sint-Jan - aan de noord- | 101 |
zijde van de Oude Dieze tekende op een perceel grond dat was vrijgevallen na de sloop van de lakmoesfabriek, die de neergang in de Bossche textielnijverheid niet had overleefd.DecoratieAchter deze prachtige straatwand heeft op nr. 6 de vermaarde architect en beeldhouwer Hendrik van der Geld gewoond, die in de tweede helft van de negentiende eeuw de Sint-Jan, terug in katholieke handen, met z'n ca. 130 pilaarheiligen en andere beelden z'n huidige neogotische franje bezorgde.Merkwaardig genoeg had de werkplaats van Van der Geld, achter z'n huis, een uitgang naar de intieme, maar nochtans honderd vierkante meter grote binnentuin van Maurice Ackermans en Henk Schmitz. Die deur is nu een mooi paneel dat met het geëmailleerde fonteintje uit de gang van hun huis, een aardige decoratie vormt in de fraaie omlijsting van hortensia's en leilinden. Decoratief staat achterin ook een theehuisje 'schattig' te zijn, voorzien zelfs van verwarming, waar het aangenaam toeven is als de tuin zelf te fris is. Op een van de muren rond deze hof staat nog de naam van de eerste bewoner gekrast: H. Vermeulen. Weliswaar deed jhr. A. van Sasse van Ysselt, de chroniqueur van de voorname huizen en gebouwen in 's-Hertogenbosch, Oude Dieze 8 af als 'modern heerenhuis', intussen prijkt naast de prachtige dubbele voordeur, waarvan de ramen gepantserd zijn met gietijzeren smeedwerk, het schildje dat het pand tot monument verklaart. DroomVoor Maurice Ackermans, voormalig Hoofd Voorlichting en Externe Betrekkingen van de Universiteit van Tilburg, en Henk Schmitz, voor zijn pensionering beleidsadviseur bij de FNV, is Oude Dieze 8 de verwezenlijking van hun droom. 'Toen wij elkaar 38 jaar geleden leerden kennen, bleken wij dezelfde hobby te hebben: antiek. Elke dag die we vrij waren gebruikten we om antiek te verzamelen. Uit liefhebberij, maar ook met de bedoeling om, als we gepensioneerd zouden zijn, een antiekzaak te beginnen.'Na de benoeming van Maurice Ackermans in Tilburg vestigden hij en Henk Schmitz zich in 1981 te 's-Hertogenbosch, waar zij zich in de Willem van Oranjelaan zeer gelukkig wisten, maar niettemin op zoek gingen naar een huis in de binnenstad, waar zij - zo stelden zij zich toen nog voor - een galerietje konden beginnen, Op de Oude Dieze kozen zij uiteindelijk voor een gesloten huis, dat zich tegelijkertijd zeer open betoont tijdens de intussen vermaarde verkooptentoonstellingen, waarvan zij er elk jaar vijf agenderen. Met de meest mogelijke zorg, die eens te meer laat zien dat 'de hobby passie is geworden'. WóónhuisHet huis dat 53 jaar lang - tot zijn dood op negentigjarige leeftijd in 1989 - het domein was van de bekende Bossche (Joodse) tandarts Barend Spiero, was door de volgende bewoner, Stork-directeur De Jong, volledig gerestaureerd, als het ware geknipt voor Ackermans en Schmitz toen De Jong het na drie jaar al voor gezien hield in 's-Hertogenbosch.De praktijkruimte van tandarts Spiero, een nostalgische serre, waarvan het glas gevat was in een gietijzeren koepel, had, deplorabel als ze was, het loodje gelegd, maar de ruimte bleef behouden, nu in de vorm van een eigentijdse aanbouw, waarbij een grote schuifpui desgewenst ruim baan geeft aan een open verbinding met de tuin. Samen met de ruim bemeten kamers-en-suite - 5.50 m. breed en 4.10 m. hoog - bleef de totale diepte van het pand, ruim achttien | 102 |
meter, behouden. De nieuwe vloer van geslepen marmer, dat de vergane glorie van het oude parket vervangt, kan in schoonheid wedijveren met het bijzonder fraaie stucwerk, dat in combinatie met sfeervolle antieke kristallen kroonluchters het imposante karakter van kamers en gang versterkt. Hoewel 'museum', blijft in Oude Dieze 8 wonen de eerste optie, verzekeren Ackermans en Schmitz. De sfeer van voorname maar aangename huiselijkheid levert het tastbare bewijs. De woonkamer van Spiero is nu ook de woonkamer van de huidige bewoners, die echter de vroegere salon aan de 'museum-functie' van het huis hebben gewijd, zoals ook de eveneens meer dan achttien meter lange gang waar in drie grote vitrines het fraaiste antiek - naast oud zilver en porselein ook juwelen - staat te pronken in overvloedig, maar tegelijk harmonieus gedoseerd licht. De vroegere wachtkamer, rechts achter de voordeur, noemen de heren echter het winkeltje, maar dat is evengoed geïntegreerd in het totaalconcept van Den Gecroonden Boschboom. De naam van de zaak, naar het keurmerk van onder andere het Gilde der Bossche zilversmeden - de boschboom uit het stadswapen met de hertogkroon -werd ook de naam van het huis, vereeuwigd in het raam boven de dubbele voordeur. Aan het eind van de gang komt een eveneens dubbele deur, waarin 'diamant geëtste ramen', uit op de tuin. DienstbodekamerAan het eind van de gang bevindt zich de dubbele (want: joodse) keuken. Dit in verband met de rituele scheiding van gerechten, die - zoals bij orthodoxe joden gebruikelijk - kosjer van karakter horen te blijven. In de achterste keuken bevindt zich de toegang naar de kelder, groot genoeg voor wel duizend flessen wijn. De grenenhouten trapopgang - 45 treden in totaal - laat samen met de klassieke paneeldeuren zien hoe rijk en tegelijk degelijk het huis zich mag noemen. Ook de bovenverdieping kenmerkt zich door de aanzienlijke maatvoering van 'hoog, maar ook lekker breed, de ideale verhouding van de ruimte'. Aan de royale slaapkamer grenst een indrukwekkende marmeren badkamer, die door een spiegelwand over de volle breedte nog eens een keer zo groot lijkt. De ruimte die aan de voorzijde nog resteert, vroeger ook slaapkamer, heet nu 'kleine woonkamer', waar Maurice Ackermans en Henk Schmitz zich terugtrekken als tijdens de verkooptentoonstellingen de grote woonsuite beneden volledig tot expositieruimte is getransformeerd. Rechts van de gang bevindt zich de logeerkamer, met eigen badkamer, en achteraan is 'het kantoortje'. De trap gaat nog verder omhoog naar 140 vierkante meter zolder, waarvan de nok op zeven meter de totale hoogte van het pand naar de vijftien meter reikt. Zeer verrassend is de zolderdeur met geslepen robijnglas. De ouderwetse deurkruk, een houten draaiknop, houdt het verleden in ere, evenals het porseleinen lichtknopje van de dienstbodekamer aan de voorzijde van de zolderverdieping.Zoete Lieve MoederAnders dan de gevelsteen in de negentiende-eeuwse gevelrij van de Oude Dieze doet vermoeden, reikt het verleden hier verder. Want vóór de lakmoesfabriek stonden er ook al aanzienlijke huizen met voorname bewoners; onder andere kanunniken van de Sint-Jan. Recent onderzoek wijst er op dat op de plaats waar nu het huis van Maurice Ackermans en Henk Schmitz zijn statige allure staat te demonstreren, Anna van Hambroeck moet hebben gewoond, de vrouw die na de inname van de stad door Frederik Hendrik in 1629 het wonderbeeld van de Zoete Lieve Moeder uit de Sint-Jan haalde en naar Brussel smokkelde. 'Tot het vroege voorjaar van 1630 moet het beeld hier gebivakkeerd hebben', onderschrijft Maurice Ackermans de bevindingen van Marianne Keser, die Anna van Harnbroeck tot onderwerp van een historische roman nam. Op de gevel van Oude Dieze 8 is, naast de deur, de tegenwoordige bronzen beeltenis van Onze Lieve Vrouw van Den Bosch dan ook zeer op haar plaats. | 103 |
Eén van de statigste straten van Den Bosch is tegenwoordig de Oude Dieze. De chique woonhuizen aan de noordzijde verrezen aan het einde van de negentiende eeuw op de plaats waar bijna honderd jaar een lakmoesfabriek had gestaan. Nummer 8 kennen vele oudere Bosschenaren van een bezoek aan de tandarts Spiero. Nu drijven Maurice Ackermans en Henk Schmitz er hun antiekzaak Den Gecroonden Boschboom. De meesten lopen achteloos voorbij aan de kleurige mozaïeken van keramiektegeltjes, die de prachtige voorgevel van Oude Dieze 8 sieren. Wie in de smalle straat niet even stil blijft staan om naar boven te kijken, ontgaan de banden en blokken van natuursteen. En het geel, rood en groen van de geglazuurde tegeltjes die in diverse motieven boven de vensters met kortbogen zijn aangebracht. Maurice Ackermans (1939) geniet van de vele kleuren en wijst: "Zie je dat ook de andere huizen in deze rij zoiets hebben? Je ziet het eigenlijk alleen vanaf de overkant. De werklui van toen moeten een loon van niks hebben gekregen. Anders was dit onbetaalbaar geweest." Anders dan de oudere huizen aan de zuidzijde van de Oude Dieze hebben de nummers 4 tot en met 12 aan de noordkant duidelijk een gemeenschappelijke geschiedenis. Ze zijn in 1887/1888 in één keer in neorenaissancestijl opgetrokken nadat een lakmoesfabriek daar zijn functie had verloren. Nú is Oude Dieze 8 een juweel. De architect is L. Hezenmans, hoogstwaarschijnlijk dezelfde die bekend werd als restauratie-architect van de Sint-Jan. Begin twintigste eeuw was het alleen maar een 'modern heerenhuis', in de termen van A. van Sasse van Ysselt. De geschiedschrijver van De voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch (1910) besteedde er verder geen aandacht aan. De voorname geschiedenis van de noordzijde van de Oude Dieze was voor Van Sasse van Ysselt al opgehouden rond 1800, met de komst van de lakmoesfabriek van W.D. Bosch. Een bedrijf dat op de hoek van de Triniteitsstraat begon en na verloop van jaren uitbreidde richting Peperstraat. Lang voordien, in de zestiende eeuw, was er al een groot huis op de hoek van de Oude Dieze en de Triniteitsstraat. In elk geval in de zeventiende eeuw stonden er aan de Oude Dieze twee huizen naast. Het hele rijtje werd in 1704 tot één bezit samengevoegd, in 1733 verkocht, en in 1797 verhuurd aan de kerk die er een seminarie vestigde. De priesteropleiding verhuisde echter al een jaar later naar Sint-Michielsgestel. "Volgens de overlevering is kort na de val van Den Bosch in 1629 in één van deze huizen, waarschijnlijk dat op de plaats waar nu het onze staat, het Mirakelbeeld van de Zoete Moeder van 's-Hertogenbosch enige tijd verborgen geweest", weet Maurice Ackermans. Eigenares en bewoonster Anna van Hambroeck bewaarde het beeld na de verovering van de stad door Frederik Hendrik, en zorgde ervoor dat het in 1630 veilig naar Antwerpen werd gebracht. Uiteindelijk kwam het in een kerk in Brussel terecht, totdat het in 1853 in de Sint-Jan in Den Bosch terugkeerde. BelevenisMaurice Ackermans en Henk Schmitz (1932) gaan met de Sint-Jan naar bed en staan er mee op. "Als ik in bed m'n hoofd optil, kan ik op de Sint-Jansklok zien hoe laat het is. Die monumentale omgeving, dat is een geweldige belevenis", vindt Maurice. Vanaf de tweede verdieping, de zolder, hebben de bewoners aan de achterzijde helemáál een prachtig uitzicht. Henk: "Kijk eens hoe mooi wij de Sint-Jan hier zien!" Maurice wijst op | 159 |
de achterkant van de grote huizen aan de Parade, met daar weer achter de Sint-Jan en zijn toren. "Al die klassieke gevels, je ziet ook de achterzijde van de Triniteitsstraat, en verderop de Sint-Jacobskerk." Maar ook de bakstenen kolos aan de Parade, de in de jaren zeventig van de vorige eeuw gebouwde schouwburg. "Ja, dat lelijke ding. Het lijkt wel de Heinekenbrouwerij. Het is een heel slecht besluit van het toenmalige stadsbestuur geweest om dat ding hier naast de Sint-Jan neer te zetten." Vanaf boven zien we ook neer op de betrekkelijk kleine maar intieme tuin: 40 hortensia's aan de zijkanten, twee door een buxushaag omgeven perken met maagdenpalm daarin. Leilindes eromheen geven de tuin beslotenheid. Opvallend is het romantische diep blauw geschilderde theehuis. Vanaf beneden eindigt het trappenhuis pas na 42 treden bij de karakteristieke en nog originele zolderdeur met glas-in-loodraam. De prachtige, praktisch geheel lege zolder, 140 vierkante meter groot, is de kroon op het huis. In een van de grote balken zitten nog schommelhaken. Aan de voorkant van het huis is een dienstbodekamertje, met een nog functionerende porseleinen lichtschakelaar. Ook die moet van 1887 zijn. "Je zou op deze zolder compleet kunnen wonen. Leuk voor een artiest of een bohémien", meent Ackermans. Klamme zweetOude Dieze 8 is bij veel oudere Bosschenaren bekend als de woning en praktijk van tandarts Barend Spiero. Deze vestigde zich in 1934 aan de Oude Dieze. Met een onderbreking tijdens de oorlogsjaren - het joodse gezin Spiero werd gedwongen onder te duiken - bleef Spiero tot zijn dood in 1988 patiënten ontvangen. "We krijgen wel eens mensen op bezoek die zeggen dat ze hier vroeger helemaal getormenteerd, met het klamme zweet in de handen, binnenkwamen. Tienduizenden moeten hier met open mond naar de beuk in de tuin hebben zitten staren terwijl de tandarts in hun mond bezig was", lacht Maurice Ackermans, gezeten op de antieke bank in de tussenkamer, die vroeger fungeerde als tweede wachtkamer. "De praktijkruimte was achteraan in de serre. De wachtkamer was helemaal vooraan, meteen rechts naast de voordeur. In de kamer waar we nu zitten, moesten mensen wachten tot hun verdoving begon te werken. Dat was tactiek van de tandarts. Als ze teruggingen naar de eigenlijke wachtkamer en vertelden hoe het toeging, zou er alleen maar onrust ontstaan bij de patiënten die nog aan de beurt moesten komen", zegt Henk Schmitz.KeppeltjeDe eerste dag aan de Oude Dieze, begin 1994, ligt bij Maurice nog vers in het geheugen. "Er stonden twee grote verhuiswagens voor de deur. Toen kwam hier ineens een man met een keppeltje binnen. Of hij iets mocht vragen, of hij het huis mocht zien. Ik zei:ik weet niets, ik woon hier net. Hij zou later nog eens terugkomen. En toen kwamen ze met zijn tweeën, allebei een jaar of 35. Het waren twee kleinzoons van Barend Spiero. Ze zeiden: wij willen u het huis laten zien zoals wij het gekend hebben. Enkele jaren later kwam een dochter van Barend Spiero uit Israël nog eens kijken. Zij wilde niets eten of drinken, het was op sabbat." De kleinzoons wezen Henk en Maurice op de twee kleine keukentjes die het huis meer dan een halve eeuw had bezeten, zodat zuivel en vlees apart bewaard en koosjer bereid kon den worden. Nu zijn er een keuken en een bijkeuken. Via de kleinzoons kwamen de huidige bewoners er ook achter dat de huidige wc in de tijd van Spiero het fietsenhok was. "Kijk, die fietsen schuurden altijd langs de deur. De deuken en krassen die de trappers hebben gemaakt zie je nog altijd in onze wc-deur zitten." Twee herenDe brede en vooral lange gang die van voor naar achter loopt, verdeelt het huis in een breed linkerdeel en een smaller rechterstuk. Links is de suite van 5,70 bij 18 meter. De plafonds zijn overal, ook op de verdieping, 4,10 meter hoog. Maurice: "Het is een herenhuis. Dat komt mooi uit, want wij zijn 'twee heren'. Het is 1600 kuub groot, het perceel was breed genoeg om er twee huizen op te maken. Het is een comfortabel huis, net als de andere hier in de rij, grote kamers, veel ruimte en marmeren vloeren. Je loopt elkaar niet in de weg. En de spiegels, antieke klokken en kabinetten van onze antiekzaak voldoen hier beter dan in nieuwbouw aan de Zesde Buitenpepers. Oneconomisch is het wel wat het stoken betreft. De helft van ons huis hangt boven ons, onder de hoge plafonds." Ackermans en Schmitz kochten het huis eind 1993. De vorige eigenaars hadden er slechts enkele jaren in gewoond nadat ze het voor 400.000 gulden volledig hadden gerestaureerd en opgeknapt. De woonkamer had een vloer van geslepen marmer gekregen met verwarming eronder. Henk: "Terwijl bij Spiero parket lag. Eerst dachten we: wat jammer nou. Maar nu zijn we er niet rouwig meer om. Marmer is wat jonger van uitstraling. Meubilair en andere inrichting komen er goed op uit." Alle deuren hebben kunstig versierde omlijstingen, ook de hoge schuifdeuren in de woonkamer. De plafonds hebben prachtige stucwerk-ornamenten. Aan het plafond in de badkamer hangen viool spelende engelen. Maurice: "Dat is met de hand gestuct door Italianen. Dit is geen nep-Louis-Seize dat je bij de bouwmarkt haalt." De grote badkamer vindt Ackermans overigens "redelijk decadent". Met het trapje naar het bad, dat in het midden staat, de vele spiegels. "Degelijke kwaliteit, dat wel. Er is niet gekeken op een paar honderd gulden."Pruisisch blauwDat begon al bij de bouw in 1887. Zestien grenen panelen kunnen de woonkamer aan de voorzijde lichtdicht afsluiten. Maurice: "Dit is altijd een kostbaar gebouwd huis geweest.Alles is van grenenhout. Dat maakt het huis stevig en geeft ook mij een stabiel gevoel." Henk: "Als het stormt, merken wij daar niets van. Ons vorige huis aan de Willem van Oranjelaan kraakte dan aan alle kanten." Het 15 meter hoge trappenhuis is ook een en al grandeur. De trapleuning lijkt uit één stuk helemaal naar boven te lopen. Elke trede heeft aan de zijkant een krul. De balustrades zijn met acanthusbladeren kunstig versierd. Alsof de negentiende-eeuwse beeldsnijder van de Sint-Jan Hendrik van der Geld - hij was de eerste bewoner van Oude Dieze 6 - bij zijn buren heeft geklust. Henk: "En geen tree die kraakt. Dit huis is meer dan honderd jaar oud, maar het is zó goed onderhouden dat het beter is dan elk nieuwbouwhuis." | 161 |
De dubbele voordeur van het huis was klassiek monumentengroen van kleur. Maurice: "Met witte kozijnen, wij vonden dat maar niks. Veel te steriel. Wij kozen voor een donkere Pruisisch blauwe deur met een okeren rand. Eerst mocht het niet van welstand, uiteindelijk was het toch goed." Henk: "Het is geen Pruisisch blauw, Maurice. Pruisisch blauw is heller. Dit is meer het blauw van de broeken die de marechaussee vroeger droeg."BovenlichtIn de voordeur zitten raampjes met fraaie gietijzeren ornamenten, waarin vier vogels en vier fabeldieren zijn verwerkt. Henk en Maurice hebben het gebrandschilderde bovenlicht boven de deur zelf laten maken. Daarin is een gestileerd boompje gebrandschilderd met de kroon van een (Bossche) hertog erboven. 'Den Gecroonden Boschboom', het symbool van de vroegere Bossche zilversmeden. Zo heet ook de antiekzaak van Ackermans en Schmitz, die vooral veel oud zilver herbergt.Henk: "Het is die bepaalde sfeer waarin ik me thuisvoel. Een hang naar antiek hebben wij ook wel. En je zit in het hart van de stad. Je maakt alles mee wat de stad aangaat. De Schutterij komt voorbij, elke begrafenis, de brandweer. Je hoort de carillons en andere tonen van de stad." Maurice: "Wij worden gefascineerd door mooie oude dingen. Het is een voorrecht in zo'n huis te wonen. Je wordt zelf een stukje van de stadshistorie." | 162 |
Uit 1888 daterend, in schoon metselwerk opgetrokken, neo-renaissance pand met verdieping onder met rode Hollandse pannen gedekt schilddak met insteekkap tegen trapgevel boven het midden van de voorgevel. De voorgevel, voorzien van midden- en hoekpilasters, is rijkelijk gedecoreerd met banden en blokken in natuurstenen en heeft een gesneden paneeldeur met bovenlicht en T-ramen, alle in getoogde nissen met verschillende tegelpatronen in de boogvelden. |
1908 | G.J. Vermeulen - Jacq. Vermeulen (meubelmagazijn Brabantia) |
1910 | G.J. Vermeulen - Jacg. Vermeulen |
1928 | W.P.J. Hoogveld |